Het Nederlandsch burgerlijk regt: naar de volgorde van het Burgerlijk wetboek, Part 3J.B. Wolters, 1857 - Civil law |
Other editions - View all
Common terms and phrases
3e uitg aanzien afstand algemeen alzoo ASSER baarheid beding beide erven beletten bepaald bepaling bestaan bevoegdheid bewijs bezit bezitregt bezitter bezwaard daardoor daargesteld daartoe daarvan DEMOLOMBE dien dienstbaar erf dier DURANTON eenige eigenaar eigendom erfpacht erfpachter erfpachtsregt gebouwen gebruik gedeelte geheel geldt gelijk gemeen genot geval gevolg goederen grond grondeigenaar grondrenten handel heerschend erf hegge hetgeen hetwelk hetzij hypotheek intusschen last ligchamelijke magt maken MARCADé mede-eigenaar mogt muur nabuur natrekking noodig noodzakelijk omdat onderscheiding onligchamelijke zaken onroerend goed onroerende zaken onze wet opstaller opzigte OPZOOMER overeenkomst PARDESSUS persoon PINTO PUCHTA RANTON regt van erfdienstbaarheid regt van opstal regten en verpligtingen regter regtsvordering roerende zaken schijnt schuldpligtigheid SCHÜLLER slechts Themis tienden titel toebehooren TOULLIER tusschen uitdrukkelijk uitoefening der erfdienstbaarheid uitweg uitzigt Verg verjaring verkregen verkrijgen VERNEDE volgens VOORDUIN voorwerp vorderen vruchten vruchtgebruik waarop wanneer wet spreekt Wetb wien wijze ZACHARIAE zakelijk regt zegt zelf zelve zoodanige