BERIG T T I Het openbaar onderwijs in geheel Frankrijk is aan een bijzonder ligchaam toevertrouwd. Dat is het onderwijzend ligchaam, hetwelk den naam draagt van keizerlijke universiteit. Het bestaat uit de gezamentlijke professoren en andere onderwijzers, allen, zonder uitzondering, leden van de universiteit. Algemeene verbindtenissen en een algemeen hoofd vereenigen hen naauw te zamen, en strekken tot waarborg van de vervulling der pligten, aan elk hunner opgelegd. Allen, die in de Hollandsche departementen openbaar onderwijs geven, en alzoo weldra in de keizerlijke universiteit staan ingelijfd te worden, kunnen niet anders dan het hoogst belang stellen in de kennis van de zamenstelling, het bestuur en de werkzaamheden van dit ligchaam. Niet minder belangrijk is de kennis daarvan voor het geheele volk dezer departementen, melks jongelingschap op het punt is om overtegaan in de nieuwe scholen, tot hare noodzakelijke voorbereiding voor alle de standen der maatschappij, die eenigen trap van onderwijs vor deren. Men heeft derhalve gemeend eene zaak van algemeen nut te doen met de wetten en decreten betreks kelijk tot de keizerlijke universiteit, dat is tot het openbaar onderwijs, in de Fransche en Hollandsche talen beide uittegeven. De decreten, die Holland in het bijzonder betreffen, besluiten deze verzameling; en, om dezelve voor onze landgenooten te vollediger te maken, volgen daarop, als Bijlagen, diegene der vroegere wetten, welke door de nieuwe derwijze bekrachtigd zijn, dat zij met dezelve een geheel uitmaken. LIJST DER STUKKEN. WETTEN EN DECRETEN BETREFFENDE 1806. to M. WET, waarbij de formering van een onder 1808. wijzend ligchaam, onder den naam van keizerlijke universiteit, bevolen wordt. Bladz. 1-2, Maart. KEIZERLIJK DECREET, houdende de organisatie der universiteit. Bladz. 3-59. to Mei. KEIZERLIJK DECREET ter oprigting van beurzen, halve beurzen en drie vierde beurzen aan de lijceën, en betrekkelijk tot de stichting van Beurzen door bijzondere persoBladz. 58-63. nen. 17 Sept. KEIZERLIJK DECREET, behelzende een reglement voor de keizerlijke universiteit. Bladz. 62-73. 11 Dec. KEIZERLIJK DECREET, hetwelk die goe deren der oude etablissementen van openbaar onderwijs, waarover nog niet beschikt is, aan de keizerlijke universiteit schenkt. Bladz. 74-75.. 1809. 17 Febr. KEIZERLIJK DECREET, behelzende een reglement nopens de regten van het zegel der keizerlijke universiteit. Bladz. 76-83. 9 Apr. KEIZERLIJK DECREET nopens de kweeke lingen der seminarien. Bladz. 82-85. 1809. 4 Junij. KEIZERLIJK DECREET, behelzende verschillende bepalingen, om het bestuur der bude scholen met dat der universiteit overeen te brengen. Bladz. 83-97. Julij. KEIZERLIJK DECREET nopens de oorzaken en wijze van wegzending van kweeke lingen uit de lijceën. Bladz. 96-103. 1810. 25 Febr. KEIZERLIJK DECREET, houdende, dat het edict van Lodewijk XIV van 1682, nopens de verklaring der Fransche geestelijkheid, als eene algemeene wet des keizerrijks zal worden aangemerkt. Bladz. 104-115. 30 Oct. KEIZERLIJK DECREET, aangaande het emeritusschap en de emerituspensioenen van de leden der universiteit. Bladz. 114-119. 1811. 9 Apr. KEIZERLIJK DECREET, behelzende den afstand om niet van de nationale gebouwen, thans gebruikt voor den dienst van het openbaar onderwijs. Bladz. 118-121, Mei. KEIZERLIJK DECREET, aangaande de 29 Julij. KEIZERLIJK DECREET, dat de kweekelingen der normaalschool provisioneel vrijstel van de conscriptie. Bladz. 128-131. 12 Sept. KEIZERLIJK DECREET, hetwelk de keizerlijke universiteit magtigt om tegen hare schuldenaars tot ontzetting uit hun goed te procederen. Bladz. 132-133. 15 Nov. KEIZERLIJK DECREET, betreffende het bestuur van de universiteit. Bladz. 134-201. DECRETEN VOOR HOLLAND IN HET 1810. 18 Oct. EXTRACT uit het KEIZERLIJK DECREET, 1811. Lijst der stukken. 22 Oct. KEIZERLIJK DECREET, houdende organisatie van het openbaar onderwijs in HolBladz. 202-208. land. BIJLAGE N. Bijlaag A. WET betreffende de regtsgeleerde scholen, van 22 Ventôse XII (13 Maart 1804). Bladz. 1*-17*. Bijl. B. KEIZERLIJK DECREET nopens de organisatie der regtsgeleerde scholen, van den 4den aanvullingsdag XII (20 Sept. 1804). Bijl. C. WET, betrekkelijk tot de oefening der geBladz. 18-39*. neeskunde van 19 Ventôse XI (to Maart 1803 Bladz. 40*-57*. Bijl. D. BESLUIT, bevelende de oprigting van medische scholen te Turin en te Mentz, en houdende een algemeen reglement voor al de medische scholen, van 20 Prairial XI (10 Mei 1803) Bladz. 58*—81*. Bijl. E. WET betreffende de organisatie van de polytechnieke school, van 25 Frimaire VIII (16 Dec. 1799). Bladz. 82-103* * LOIS |