Page images
PDF
EPUB

universiteitsraad, die daarover delibereren zal; het zij om de opgegevene verkeerdheden te verhelpen, het zij om de misdrijven en overtredingen naar de geschrevene instructie, zoo als in artikel 79 gezegd is, te beoordeelen. De rectoren zullen hunne bijzondere berigten bij de processen-verbaal der akademische raden kunnen voegen.

89. Te Parijs zal de universiteitsraad de verrigtingen van den akademischen raad vervullen.

[blocks in formation]

Over de inspecteurs der universiteit, en de
inspecteurs der akademien.

90. De algemeene inspecteurs der universiteit zullen door den grootmeester benoemd en uit de officieren der universiteit genomen worden. Zij zullen ten minste twintig, en niet meer dan dertig, in getale zijn.

91. Zij zullen, even als de faculteiten, vijfderlei zijn. Zij zullen tot geene akademie in het bijzonder behooren. Zij zullen de akademiën beurtelings, en op bevel van den grootmeester, bezoeken, om den staat der studien, en der tucht, bij de faculteiten, en op de lijceën en collegiën, na te vorschen, om de stiptheid en talenten der professoren, en der regenten en preceptoren van de collegien juist to beoordeelen, om de kweekelingen te examineren, en eindelijk om toeverzigt op de administratie en comptabiliteit te oefenen.

92. De grootmeester zal geregtigd zijn, om andere leden van den raad, dan de inspecteuren der universiteit, tot buitengewone inspectien naar de akademien te zenden, als er onderzoek en instructie van eenige zaak van gewigt gevorderd wordt.

93. Er zullen aan elke akademie een of twee bijzondere inspecteuren zijn, die door bevel van den rector gelast zullen worden tot bezoek en inspectie der scholen van hunne arrondissementen, bijzonderlijk der collegien, der instituten, der kost scholen, en der primaire scholen. Zij zullen op voorstel der rectoren door den grootmeester benoemd worden.

[blocks in formation]

Des recteurs des académies.

94. Chaque académie sera gouvernée par un rec teur sous les ordres immédiats du grand-maître, qui le nommera pour cinq ans et le choisira parmi les officiers des académies.

95. Les recteurs pourront être renommés autant de fois que le grand-maître le jugera utile.

Ils résideront dans les chefs-lieux des académies.

96. Ils assisteront aux examens et réceptions des facultés. Ils viseront et délivreront les diplômes des gradués qui seront de suite envoyés à la ratifi*cation du grand-maître.

1

97. Ils se feront rendre compte par les doyens des facultés, les proviseurs des lycées, et les principaux des collèges de l'état de ces établissemens, et ils en dirigeront l'administration, surtout sous le rapport de la sévérité dans la discipline et de l'économie dans les dépenses.

98. Ils feront inspecter et surveiller par les inspecteurs particuliers des académies les écoles, et surtout les collèges, les institutions et les pensions, et ils feront eux-mêmes dès visites le plus souvent qu'il leur sera possible.

99. Il sera tenu dans chaque école par l'ordre des recteurs un registre annuel, sur lequel chaque administrateur, professeur, agrégé, régent et maltre-d'étude, inscrira lui-même et par colonnes ses noms, prénoms, âge, lieu de naissance, ainsi que les places qu'il a occupées, les emplois qu'il a Tremplis dans les écoles.

Le

Les chefs des écoles enverront un double de ces registres aux recteurs de leurs académies qui le feront parvenir au chancelier de l'université. chancelier fera dresser avec ces listes académiques un registre général pour chaque année, lequel sera déposé aux archives de l'université.

[merged small][ocr errors][merged small]

Van de rectoren der akademien.

94. Elke akademie zal door een rector bestuurd worden, onder de onmiddelijke bevelen van den grootmeester, die hem voor vijf jaren benoemen, en uit de officieren der akademien kiezen zal.

95. De rectoren kunnen zoo dikwijls op nieuw be noemd worden, als de grootmeester nuttig oordeelen zal. Zij zullen in de hoofdplaatsen der akademien resideren.

96. Zij zullen bij de examens en promotién der faculteiten tegenwoordig zijn. Zij zullen de diplomas der gegradueerden viseren en afgeven, welke successivelijk ter ratificatie aan den grootmeester zullen worden toegezonden.

97. Zij zullen van de dekens der faculteiten, de ver. zorgers der Lijceën, en de oppersten der collegien, rekening vorderen, wegens den staat van die stichtingen; en zij zullen derzelver administratie besturen, vooral met opzigt tot strengheid in de tucht, en spaar zaamheid in de uitgaven.

89. Zij zullen de bijzondere inspecteuren der akademien inspectie en toeverzigt doen houden op de scholen, en vooral op de collegien, instituten, en kostscholen; en zij zullen ze in eigen persoon zoo dikwijls bezoeken, als hun mogelijk zijn zal.

99. Er zal in elke school op bevel der rectoren een jaarlijksch register worden gehouden, waarop elke administrateur, professor, adjunct-professor, regent en leermeester, eigenhandig kolomswijze zijnen naam, voornaam, ouderdom, en geboorteplaats, even als de posten, die hij vervuld, of de ambten, die hij in de scholen waargenomen heeft, zal schrijven.

De hoofden der scholen zullen een dubbel van deze registers aan de rectoren hunner akademien zenden, die dezelve aan den kanselier der universiteit zullen doen toekomen. De kanselier zal uit deze akademische fijsten een algemeen register voor elk jaar doen vervaardigen, het welk onder de archiven der universiteit weggelegd zal worden.

[blocks in formation]

Des réglemens à donner aux lycées, aux collèges, aux institutions, aux pensions, et aux écoles primaires.

100. Le grand-maître fera revoir, discuter et arrêter, au conseil de l'université, les réglemens existans aujourd'hui pour les lycées et les collèges. Les changemens ou modifications qui pourront y être faits, devront s'accorder avec les dispositions suivantes.

IOI. A l'avenir, et après l'organisation complète de l'université, les proviseurs et censeurs des lycées, les principaux et régens des collèges, ainsi que les maîtres-d'étude de ces écoles, seront astreints au célibat et à la vie commune.

Les professeurs des lycées pourront être mariés, et dans ce cas ils logeront hors du lycée. Les professeurs célibataires pourront y loger, et profiter de la vie commune.

Aucun professeur du lycée ne pourra ouvrir de pensionnat, ni faire des classes publiques hors du lycée; chacun d'eux pourra néanmoins prendre chez lui un ou deux élèves qui suivront les classes du lycée.

102. Aucune femme ne pourra être logée ni recue dans l'intérieur des lycées et des collèges.

103. Les chefs d'institution et les maîtres de pension ne pourront exercer sans avoir reçu du grand-maître de l'université un brevet portant pouvoir de tenir leur établissement. Ce brevet sera de dix années, et pourra être renouvelé. Ils se conformeront les uns et les autres aux réglemens que le grand-maître leur adressera, après les avoir fait déliberer et arrêter en conseil de l'université.

104. Il ne sera rien imprimé et publié pour annoncer les études, la discipline, les conditions des pensions, ni sur les exercices des élèves dans les écoles, sans que les divers prospectus et program

TITE L XIII.

Van de reglementen, aan de lijceën, collegien, instituten, kostscholen, en primaire scholen, te geven.

100. De grootmeester zal in den universiteitsraad de reglementen, die er thans voor de lijceën en collegien bestaan, doen revideren, discutieren, en vaststellen. De veranderingen, of wijzigingen, die daarin mogen worden gemaakt, zullen met de volgende schikkingen overeen moeten komen.

101. In het toekomende, en na de volledige organisatie der universiteit, zullen de provisoren en censoren der lijceën, de oppersten en regenten der collegien, even als de leermeesters van beide scholen, verpligt zijn tot den ongehuwden staat, en een gemeenschappelijk leven.

De professoren der lijceën zullen gehuwd mogen zijn, en alsdan buiten de liceen wonen. De ongehuwde professoren kunnen daar huisvesten, en van het gemeenschappelijke leven genot hebben.

Geen professor op een lijceë zal een kostschool mogen aanleggen, of eene openbare school buiten het lijcee houden; niettemin kan elk hunner een of twee kweekelingen bij zich innemen, die op de scholen van het lijcee zullen gaan,

102. Geene vrouw mag binnen den omtrek der lijceën en collegien gehuisvest of opgenomen worden.

103. De oppersten van instituten en de kostschoolhouders zullen hunne zaken niet mogen drijven, zonder van den grootmeester der universiteit een brevet ontvangen te hebben, waarbij het houden van hunne stichting hun veroorloofd wordt. Dit brevet zal voor tien jaren zijn, en zal vernieuwd kunnen worden. Zij zullen zich alle gelijkelijk onderwerpen aan de regle menten, die de grootmeester hun toezenden zal, na dezelve in den universiteitsraad te hebben doen overwegen en vaststellen.

104. Er zal niets gedrukt en gepubliceerd worden, tot aankondiging van de lessen, de tucht, en voorwaarden der kostscholen, noch wegens de werkzaamheden der kweekelingen in de scholen, zonder dat de verschillende prospectussen en programmas aan de recto

« PreviousContinue »