Page images
PDF
EPUB

binnenlandsche zaken voorgesteld worden, om ons jaarlijks aantebieden, 1. de tabelle der stichtingen van onderwijs, inzonderheid der kostscholen, instituten, collegien, en lijceën; 20. die van de officieren der akademien en van de officieren der universiteit; 3. de tabelle der bevordering van de leden van het onderwijzend ligchaam, die zich dezelve door hunne diensten waardig zullen hebben gemaakt. Hij zal deze tabellen bij de opening van het schooljaar doen publiceren.

56. Hij zal de regenten en oppersten der collegiën, die door bijzondere plaatsen onderhouden worden, van de eene akademie tot de andere kunnen doen overgaan, even als ook de beambten en professoren der lijceën, na raadpleging van drie leden van den raad.

57. Hij zal geregtigd zijn, om arrest, bestraffing, censuur, verplaatsing, en opschorting van ambtsverrigtingen (artikel 47) aan de universiteitsleden opteleggen, die hunne pligten zwaar genoeg zullen hebben geschonden, om die straffen op zich te laden.

58. Na de examens, en op de gunstige berigten der faculteiten, door de rectoren geviseerd, zal de grootmeester de promotiën ratificeren. Wanneer hij deze ratificatie zal ineenen te moeten weigeren, zal daarvan aan onzen minister van binnenlandsche zaken verslag worden ingezonden, die ons daarvan berigt zal geven, ten einde door ons in onzen staatsraad zulk eene zijde gekozen worde, als oorbaar zal worden bevonden.

De grootmeester zal, als hij zulks tot handhaving der tucht noodig oordeelt, de examens tot verkrijging der graden op nieuw kunnen doen aanvangen.

59. Graden, titels, ambten, leerstoelen, en over bet algemeen alle posten der universiteit, worden aan de leden van dit ligchaam opgedragen door diplomas, die door den grootmeester afgegeven worden, en het zegel der universiteit dragen.

60. Hij zal aan de verschillende scholen reglementen van tucht geven, die door den universiteitsraad gedis. cutieerd zullen zijn.

61. Hij zal dien raad zamenroepen, daarin voorzit. ten, en de leden daarvan benoemen, even als die der akademische raden, zoo als in de volgende titels ge. zegd zal worden.

62. Il se fera rendre compte de l'état des recettes et des dépenses des établissemens d'instruction, et Il le fera présenter au conseil de l'université par le

trésorier.

63. Il aura le droit de faire afficher et publier les actes de son autorité et ceux du conseil de l'université: ces actes devront être munis du sceau de l'université, représentant un aigle portant une palme, suivant le modèle annexé au présent décret

[blocks in formation]

Des fonctions et attributions du chancelier et du trésorier de l'université.

64. Il y aura, inmédiatement après le grandmaître, deux titulaires de l'université impériale; l'un aura le titre de chancelier, et l'autre celui de trésorier.

וי

65. Le chancelier et le trésorier seront nommés et révocables par nous.

66. En l'absence du grand-maître, ils présideront le conseil suivant l'orde de leur rang.

67. Le chancelier sera chargé du depôt et de la garde des archives et du sceau de l'université; il signera tous les actes émanés du grand-maître et du conseil de l'université; il signera également les diplômes donnés pour toutes les fonctions. Il présentera au grand-maître les titulaires, les officiers de l'université et des académies, ainsi que les fonctionnaires qui devront prêter le serment, il surveil lera la rédaction du grand registre annuel des mem bres de l'université dont il sera parlé au titre XII.

68. Le trésorier sera spécialement chargé des recettes et des dépenses de l'université; il veillera à ce que les droits, percus dans tout l'empire au profit de l'université, soient versés fidèlement dans son trésor; il ordonnancera des traitemens et pensions des fonctionnaires de l'université; il surveil

62. Hij zal zich rekening van den staat der ontvangst en uitgave van de stichtingen van onderwijs doen geven, en denzelven door den trezorier aan den universiteitsraad doen aanbieden.

63. Hij zal het regt hebben, om zijne ordonnantiën en die van den universiteitsraad te doen aanplakken en publiceren. Deze ordonnantiën zullen voorzien zijn van het zegel der universiteit, behelzende een arend, die een palmtak draagt, volgens het model aan het tegenwoordig decreet gehecht.

TITEL VIII.

Over de ambtsverrigtingen van den kanselier en trezorier der universiteit, en over het aan hen gedemandeerde.

64. Er zullen, onmiddellijk naast den grootmeester, twee titularissen der keizerlijke universiteit zijn, waar van de eene den titel van kanselier, en de andere dien van trezorier, voeren zal.

65. De kanselier en trezorier zullen door ons benoemd worden, en door ons ontslagen kunnen worden. 66. Bij absentie van den grootmeester, zullen zij, naar orde van hunnen rang, in den raad voorzitten.

67. De kanselier zal belast zijn met het wegleggen en bewaren van de archiven en het zegel der universiteit. Hij zal al de acten van den grootmeester en universiteitsraad teekenen, even als de diplomas, die voor al de verschillende ambten afgegeven worden. Hij zal de titularissen en officieren van de universiteit en de akademien aan den grootmeester voorstellen, even als de beambten, die den eed zullen moeten af leggen. Hij zal toeverzigt houden over de vervaardi ging der groote jaarlijksche naamlijst van de universiteitsleden, waarvan in titel XII gesproken worden zal.

68. De trezorier zal bijzonderlijk belast zijn met de ontvangsten en uitgaven der universiteit. Hij zal toezien, dat de regten, door het gansche keizerrijk henen ontvangen, getrouwelijk in zijne schatkist gestort wor den. Hij zal voor de traktementen en pensioenen der beambten van de universiteit ordonnantiën afgeven. Hij zal op de boekhouding van lijceën, collegien en alle

C

lera la comptabilité des lycées, des collèges et de tous les établissemens des académies: il en fera son rapport au grand-maître et au conseil de l'université.

TITRE IX.

Du conseil du Puniversité.

SIer.

De la formation du conseil.

69. Le conseil de l'université sera composé de trente membres.

70. Dix de ces membres, dont six choisis parmi les inspecteurs et quatre parmi les recteurs, seront conseillers à vie ou conseillers titulaires de l'université. Ils seront brevetés par nous.

Les conseillers ordinaires, au nombre de vingt, seront pris parmi les inspecteurs, les doyens et professeurs des facultés et les proviseurs des lycées.

71. Tous les ans, le grand-maître fera la liste des vingts conseillers ordinaires qui doivent compléter le conseil pendant l'année.

72. Pour être conseiller à vie il faudra avoir au moins dix ans d'ancienneté dans le corps de l'université, avoir été cinq ans recteur ou inspecteur et avoir siégé en cette qualité au conseil.

73. Un secrétaire-général, choisi parmi les conseillers ordinaires et nommé par le grand-maître, rédigera les proces-verbaux des séances du conseil.

74. Le conseil de l'université s'assemblera au inoins deux fois par semaine, et plus souvent, grand-maître le trouve nécessaire.

si le

75. Le conseil sera partagé pour le travail en cinq sections:

La première s'occupera de l'état et du perfectionnement des études;

La seconde, de l'administration et de la police des écoles;

La troisième, de leur comptabilité;
La quatrième, du contentieux;

stichtingen der akademien toezien, en daarvan aan den grootmeester en den universiteitsraad rapport doen.

TITE L IX.

Over den universiteitsraad.

SI.

Over de formering van den raad.

69. De universiteitsraad zal uit dertig leden zamengesteld zijn.

70. Tien dezer leden, waarvan zes uit de inspecteurs, en vier uit de rectoren, gekozen, zullen vaste raden voor hun leven, of raden titularissen der univer siteit, zijn. Zij zullen brevetten van ons ontvangen.

De gewone raden, ten getale van twintig, zullen uit de inspecteurs, dekens, en professoren der faculteiten, en provisoren der lijceën, genomen worden.

71. Alle jaren zal de grootmeester de lijst der twintig gewone raden opmaken, die den raad jaar voor jaar moeten aanvullen,

72. Om vaste raad te worden moet men ten minste tien jaren lid der universiteit, en vijf jaren rector of inspecteur eener akademie, geweest zijn, en in die qualiteit zitting in den raad hebben gehad."

73. Een algemeene secretaris, uit de gewone raden gekozen, en door den grootmeester benoemd, zal de processen-verbaal der zittingen van den raad houden.

74. De universiteitsraad zal ten minste tweemalen des weeks vergaderen, en nog meermalen, zoo de grootmeester het noodig vindt.

75. De raad zal voor den arbeid in vijf sectien verdeeld zijn:

De eerste zal zich met den staat en de volmaking der studien bezig houden;

De tweede met de administratie en politie der scholen;

De derde met derzelver boekhouding;
De vierde met allerlei geschillen ;

« PreviousContinue »