Page images
PDF
EPUB

eindigingen, dan in ene andere oud-Duitsche taal.

[ocr errors]

139. Voor het overige worden de werkwoorden, even als de naamwoorden, in twe hoofdzoorten, de opene en geslotene, verdeeld; de eerste eindigt in den onvolmaakten tijd op de of te, en in het verleden deelwoord op d of t; de twede blijft in den onvolmaakten tijd eensylbig, en eindigt op de hoofdletter van het werkwoord, en in het verleden deelwoord op en. Ieder dezer hoofdzoorten verdeelt zich wederom, naar den toestand van haren onvolmaakten tijd, in verschillende klassen of verbuigingen. De opene heeft drie klassen, van welke de eerste in den onvolm. tijd ade, het verl. deelw. ad heeft; de twede in den onvolm. tijd de of te, en in het verl. deelw. d of t; de derde dezelfde eindiging met ene klinkerverandering in de hoofdsylbe. -De geslotene heeft zes klassen, naar de klankverandering in den onvolm. tijd; maar daar drie van deze in het meerv. van den onvolm. tijd en in den onvolm. tijd van de aanvoegende wijs dezelfde klankverandering behouden, zo als zij die in het enkelv. vạn den onvolm. tijd hebben; de drie anderen daarentegen in het meerv. van den onvolm. tijd en van den onvolm. tijd der aanvoegende wijs ene nieuwe klinkerverandering ondergaan zo worden zij, ten gevolge hunner wederzijdsche overeenstemming, het best in twe afdelingen verdeeld.

Hierom wordt de verdeling in tweën het liefst genomen, en gelijkt ogenschijnlijk ene verdeling in drieën te zijn. Te gelijk komen hierdoor de

klassen, welke het meest naar elkanderen gelijken, het naast bij elkanderen. De eerste van deze zes klassen heeft dan in den onvolm. tijd é, de twede i, de derde ó, de vierde de korte a, welke evenwel met u verwisseld wordt, de vijfde é, welke met verwisselt, en de zesde á, welke in het meerv. en in den onvolm. tijd der aanvoegende wijs tot e veranderd wordt. Deze verdeling, waardoor alle regelmatige werkwoorden tot negen klassen gebracht worden, stemt geheel met het As. en Hd., zowel als met het Isl., gelijk men uit het volgende kan zien, overeen:

[ocr errors]
[blocks in formation]

B. De geslotene hoofdzoort.

a. Met doorlopende klinkerverandering.

[blocks in formation]

3

[blocks in formation]

fare

fór, fóre fare fahre (5)

b. Met ene afwisselende klinkerverandering.

4 klasse finde fand, funde finde finde (1)

5

6

drive dréf, drive drife greife (3) bjáde bád, bede beóde biete (4)

De verbuiging der klassen is voor 't overige in iedere hoofdzoort dezelfde, en het verschil bestaat alleen in de vormen; men kan daarom, als men voor deze klasse van woorden dien naam gebruiken wil, in plaats van negen, twe verbuigingen

aannemen.

i

140. De hier opgegevene verdeling is ontwijfelbaar de enige juiste in al de Gothische talen, uitgezonderd het geval, dat ene of andere klasse in de nieuwere talen is verloren geraakt: want deze grondt zich op de overeenstemming en zamenhang dezer wederzijdsche woorden, welke door de spraak zelve onveranderlijk bepaald wordt. ADELUNG smijt de eerste klasse van de opene hoofdzoort weg, en rekent de derde onder de onregelmatige, welk laatste wel ten aanzien van het Hd., waar zij zo weinige en niet overeenstemmende woorden bevat, aangaat. Met de verdeling der twede hoofdzoort, welke hij voor geheel onregelmatig aanziet, heeft hij de eerste en vierde onder elkanderen vermengd, omdat zij beiden in het Hd. a in den onvolm. tijd hebben, niettegenstaande hunne a van ene geheel andere gesteldheid is; ook heeft hij in de verdeling zijner vijf klassen de volgorde der klinkers van den onvolm. tijd alleen in aanmerking genomen, te weten: a, ie, i, o, u.

In mijne Angelsaksische Spraakleer, zowel als in de Zweedsche uitgave van mijne Handleiding tot het Islandsch, onderscheidde ik wel de eerste en vierde klasse, maar hield mij voor 't overige zeer nabij zijne onjuiste verdeling, doordien ik eerst de klasse, welke in 't Hd. de korte a maakt, stelde

(4), daarna die, welke ene lange a hebben (1), daarna die met de korte i (5) en die met de lange ie (2), en eindelijk die meto (6) en met u (3); aldus:

De geslotene hoofdzoort.

As. Hd.

1 klasse finde, fand, funde finde finde (1)

jeve, jéf, jéve
drive, dréf, drive

gife gebe

drife greife (3) lete lasse (2)

2

3

4

léte, lit, lite

[blocks in formation]
[ocr errors]

f

Men ziet uit het voorgaande duidelijk, dat de overeenstemming der woorden zich niet naar de volgorde der klinkers van het alphabet richt, en dat dus deze in het geheel niet in aanmerking moeten komen, waar er voor genen geen grond gemeenschappelijke overeenstemming der woor den is. De hierboven opgegevene is evenwel ook door overeenstemming tusschen de letteren verbonden; want men ziet, dat de drie eerste klassen een' langen klinker in den onvolm. tijd hebben (gab, liess, fuhr); de drie laatste wederom een' korten, of maken denzelven met ene nieuwe klankverandering (fand, griff, floss). Niettegenstaande de oude verdeling van deze klassen op deze wijze ogenschijnlijk minder juist is, heb ik dezelve hier toch willen aanhalen, om reden dezelve aan de Angelsaksische of Islandsche spraak

leer eigen is, en ik er genoegen in vinde, deze talen hiermede te vergelijken.

[ocr errors]

141. De verbuiging zelve heeft met het As. veel gelijkenis, maar is daarin eenvoudiger, doordien de aanvoegende wijs in het Friesch, in het getal en de personen, geen onderscheid maakt.

A. De opene hoofdzoort.

142. Tot verbuigingsvoorbeelden voor alle drie regelmatige klassen van deze hoofdzoort kunnen dienen makia, maken; léra, leren (aan anderen); brens za, brengen.

[blocks in formation]

Onv.tijd enkv.1 makade lérde brochte 2 makadest lérdest brochtest

3 makade lérde brochte. Meerv. ma kadon lérdon brochton.

Gebiedende wijs.

Enkelv. 2 maka

1ér

brensze

Meerv. 2 makiath lerath brenszath

« PreviousContinue »