Bl. 773. nieuwe verschijningen bevestigd.) SUIDAS zegt reeds van hem t. a. p. » Hij houdt tot den huidigen dag toe niet op, dezulken, die hem om zijne hulp aanroepen, uit allen nood te verlossen. " Bl. 776. zoo wel te handteren wist.) Zie onder anderen hetgeen wij boven nopens de gevoelige kastijding van zekeren monnik hebben aangeteekend. Bl. 776. verwijderde Parochianen bazochten.) Over dit gebruik zie men ANT. MATTHAEUS, Manuduct. ad Jus Canon. Lib. II. pag. 172. Bl. 777. eene groote wonderkracht hadden.) De schrijver der Acta Sanctorum Maji, Tom. I. Praef. p. Lv sqq. verhaalt, in eigen persoon de wonderdadige werking eener duim van Sint-NIKOLAAS, die te Worms bewaard werd, in het jaar 1660 gezien te hebben doch hij beweert tevens, dat de toenemende zeldzaamheid van het wonder aan de ketters te wijten is. Bl. 779. uit de legenden aanhalen.) Zię ALOYSIUS LIPOMANUS 1. c. Tom. I. p. 149. II. p. 243. en anderen. Bl. 779. zijne bescherming gelukkig.) Dat de oude kerk te Amsterdam, welke eertijds ook wel de groote geheeten werd, aan Sint-NIKOLAAS gewijd is geweest, berigt ons WAGENAAR, Amsterdam in zijne opkomst, aanwas enz. II. D. bl. 89, waar hij van de vertelling der drie meisjes, welke door dien Bisschop zoo ruim begiftigd zijn geworden, het kinderfeest af. leidt. Over Utrecht, Middelburg en andere steden, zoo als ook over buurten en dorpen, die naar 's mans naam genoemd zijn geworden, leze men UBBO EMMIUS, do agro Frisiae inter Amasum et Lavicam, p. 15. Kerkelijke Historie, I. D. bl. 184. II. D. bl. 79 volgg · De: Deszelfs vereering in Friesland staat bijzonder vermeld bij den zoo even aangehaalden UBBO EMMIUS, Rerum Frisicarum Historia, Lib. XVII. p. 257, en bij MARTINUS HAMCONIUS, Frisia. p. 69, van wiens dichtregels een klein gedeelte is overgenomen in de Kerkelijke Historie, V. D. bl. 148, alsmede in Oudheden en Gestichten van Vriesland, II. D. bl. 46, 47. Doch in beide plaatsen wordt voor Tethi verkeerdelijk Tethis gelezen. Het geheele vers willen wij, wijl het tot opheldering van het door ons behandelde onderwerp niet weinig bijdraagt, hier ten gevalle van zulken afschrijven, die het boek van HAMCONIUS missen. Hetzelve luidt aldus: Stauria Metropolis, Frisia laetante, beato Sed Campi huic, atque his succedens Amsteledanium, Men houde bij het lezen van dit vers onder het oog, dat het gebied van Friesland zich weleer over een groot gedeelte onzer Nederlandsche gewesten verbreid heeft, en vergelijke de Oudheden en Gestichten van Vriesland, I. D. bl. 484 volgg. BIJLAGE No. 1. (bij ons No. 10.) Epistola Magistri GERARDI GROOT, ad quemdam Fratrem infirmum. (e Codice Trajectino E.)'. Frater mi in Jesu Christo dilecte! In tentationibus Destris omne gaudium existimate, ait Apostolus (1), cum in varias tentationes incideritis. Beatus, qui suffert tentationes, quia cum probatus fuerit coronam accipiet. Nullus coronabitur, secundum Apostolum, nisi qui legitime certaverit (2); nec certat, nisi qui vel impugnat, vel impugnatur. Sed, sicut in terrena pugna, non tantum virtute et fortitu dine opus est, sed etiam prudentia et arte militari. Confessus est Vegetius in Libro de re militari, Romanos magis mundum prudentia et arte militari, quam fortitudine et potentia, devicisse. Sic in bello spirituali utraque opus est, virtute et sapientia, et utraque in Christo, qui factus est sapientia et virtus, qui est benedictus Dominus Deus noster. ป Ante omnia habendum est, quod tentationes vestrae oriuntur ex duplici causa, ex capitis distractu, et ex fictitationibus Inimici. Hostis inveniens caput melancholicum, invenit sibi quasi balucum (3) vel tentaculum. Ante omnia videtur vobis in congruum, ut sitis laetus spiritualiter: nam tristitia et pusillanimitas et solicitudo, si ad multum veniunt, melancholicum faciunt; ut ait Hippocra (2) 2 Tim. II: 5. tes (1) Jac. I: 2, 12. (3) Ba lucum, i. q. Ballucum (Balluca, s. Ballux, i. e. minuta au<ri ramenta) bic nullum sensum fundit. An legendum baculum? |